Toxoplasmose

 

Toxoplasmose bij de hond

 

De ziekte Toxoplasmose wordt veroorzaakt door de ééncellige parasiet Toxoplasma gondii.
Bijna alle diersoorten en de mens kunnen besmet worden met deze parasiet. De parasiet doorloopt verschillende stadia tijdens zijn levenscyclus.

 

Binnen Toxoplasmose is een onderscheid te maken tussen een eindgastheer en tussengastheer. Uitsluitend bij de eindgastheer kan de parasiet een soort eitjes vormen (oöcysten) in de ontlasting op basis waarvan de besmetting direct kan worden doorgegeven. Het duurt overigens minimaal 2-3 dagen voordat deze oöcysten infectieus zijn. De katachtigen of Felidae zijn de enige eindgastheer. De meeste katten zijn na een eenmalige besmetting levenslang immuun. De hond is een tussengastheer.

 

De meeste katten worden niet ziek van Toxoplasmose. Sommigen krijgen geringe diarree.

Een geïnfecteerde kat verspreidt de parasiet gedurende 2-3 weken. De verspreiding gaat via eitjes (oöcysten) in kattenpoep. Het duurt minimaal 2-3 dagen voordat deze oöcysten infectieus zijn Alleen kattenpoep van minstens een paar dagen oud, is dus besmettelijk. Deze miljoenen oöcysten kunnen in de jaren daarna nog vele dieren, inclusief dus hond en de mens, besmetten. De kattenpoep is misschien niet meer te zien, maar de eitjes kunnen overal zitten. De kat die buiten zijn/haar behoefte doet besmet zodoende namelijk de wijk/tuin/boerderij en de daar levende wormen, muizen, vogels en boerderijdieren. Een jonge kat die de infectie nog niet gehad heeft, besmet zich voorals door het eten van onverhit vlees (inclusief muizen en vogels). Rechtreekse besmetting via kattenpoep (de tuin) is ook mogelijk maar komt minder vaak voor. Indien de kat zijn/haar behoefte op de kattenbak doet, verschoon deze gewoon dagelijks.

Muizen met Toxoplasma worden minder angstig en laten zich daardoor makkelijker vangen door katten en ook dus honden.

 

Alle andere diersoorten, zoals de hond en de mens zijn tussengastheren. Bij hen kan de parasiet geen oöcysten vormen. Tussengastheren kunnen zichzelf besmetten door:

  • Elkaar op te eten (hond die bijvoorbeeld besmette muis/vogel op eet)
  • Besmette kattenstoelgang op te eten
  • Het binnen krijgen van besmette aarde (agv besmette kattenstoelgang)
  • Voedsel (rauw of onvoldoende verhit) of water op te nemen dat besmet is met oöcysten.

 

Toxoplasma geeft bij de meeste honden geen problemen.
Soms wordt een hond echter wel ziek. Na infectie gaat het organisme zich verspreiden via bloed en lymfevocht naar andere organen zoals bijvoorbeeld het hart en het oog (gegeneraliseerde vorm). Hier aangekomen kan het organisme orgaansterfte opwekken. Een andere vorm is de neuromusculaire vorm. Hierbij is sprake van aantasting van centraal zenuwstelsel en spieren. Ook kunnen de hersenen aangetast worden.

 

De parasiet komt wereldwijd voor.

 


Symptomen

  • Depressief gedrag
  • Verminderde eetlust
  • Lusteloosheid
  • Gewichtsverlies
  • Koorts
  • Ooguitvloei
  • Hijgen
  • Neurologische symptomen: dronkemansgang, epilepsie aanvallen, spiertrillingen, verlammingen
  • Gastrointestinale symptomen: braken, diarree, abdominale pijn, geelzucht
  • Abortus bij zwangere teef 

 

Opgelet: niet alle dieren en mensen die besmet worden vertonen symptomen.

 


Diagnose

  • Slechts enkele patiënten vertonen afwijkingen op een normaal bloedonderzoek
  • Een ELISA test op het bloed kan wel Toxoplasma gaan opsporen en kan ook aantonen of het een actieve, recente of chronische infectie is
  • Verhoogde hoeveelheid witte bloedcellen in het cerebrospinaal vocht (vocht dat de hersenen en het ruggenmerg omgeeft) 

 


Bronvermelding:

Dierenkliniekherckenrode.be

Mcvoordieren.nl